Soms ben ik onverwacht onaardig naar mensen op BDSM-feestjes. Dan hupt er opeens zo’n jongen van amper twintig voorbij in een minuscuul latex slipje en roep ik: ‘Hé joh, ik wist niet dat het vanavond vrij zwemmen was?’

Flauw, natuurlijk. Maar u moet zich voorstellen dat ik me dan drie weken van tevoren bedacht heb dat ik wel even vijf kilo ga afvallen om in mijn favoriete leren broek te passen. Dat is me dan op de een of andere manier niet gelukt. Zeker niet als ik ergens in een damesblad gelezen heb dat buiken weer helemaal in zijn.

Dus sta ik daar met de bovenste knoop van mijn leren broek los, knoop en knoopsgat keurig verbonden met een verlengend stukje ijzerdraad, waar je niets van ziet omdat mijn brede leren riem waar ik net een extra gat in heb geslagen het broddelwerk geheel camoufleert.

Hoewel je er niets van ziet, voel ik me ontzettend naar en ik vraag mij op dat soort momenten af wat ik na meer dan 35 jaar BDSM nog op zo’n feestje van als pretcondooms verklede spring-in-het-velds doe.

Mijn sub weet hoe mijn humeur dan is en loodst mij dan keurig aan de arm langs mensen die mogelijk mijn ergernis zouden kunnen oproepen en vooral langs mensen die al bij herhaling mijn irritatie opgewekt hebben.

Opeens duw ik haar dan opzij en loop op een oude, naakte slaaf af en begroet die alsof het de Dalai Lama betreft, met alle égards en zo grondig dat mijn sub begint te twijfelen aan mijn Dominantie.

Of erger. Dat ze vreest dat ik besloten heb verder iedereen die avond in de maling te nemen.

‘Maar dat was Gerard!’ roep ik dan verontwaardigd.

‘Ja, nou?’ zegt mijn sub.

‘Gerard is al zo lang de mensheid bestaat eigendom van dezelfde Meesteres. Hij vraagt niets en hij geeft alles. En als jij straks je tasje ergens laat staan, dan ziet hij dat en dan heb je het binnen vijf minuten terug. Hij heeft ogen in zijn rug.’

Mijn sub kijkt me dan aan alsof ze water ziet branden, want ze weet dat ik eigenlijk niets in het leven serieus kan nemen en toch heb ik dan een moment lang die uidrukking op mijn gezicht van de dorpspastoor vroeger, zo vlak voor de consecratie.

‘Je snapt er niets van,’ zeg ik dan, nog steeds geirriteerd omdat ik me een Kerstrollade voel in mijn veel te strakke leren broek. ‘De halve wereld is onderdanig, maar de meeste slaven kópen een Meesteres, in plaats van haar een leven lang geheel belangeloos te dienen. Dat soort slaven zijn uniek en verdienen respect.’
 
 
Hans van der Kamp (1955) is fotograaf maar schreef daarnaast ook de roman Nette mensen in een nieuwe tijd voor Uitgeverij L.J. Veen. Daarnaast werden zijn korte verhalen gepubliceerd in een reeks bloemlezingen. Hij was werkzaam als (hoofd)redacteur voor verschillende tijdschriften en publiceerde in Propria Cures, De Held, Nieuwe Revu, Vrij Nederland en talloze andere tijdschriften. Als sadist en Dominant is van der Kamp al decennia uit de kast, al is zijn visie op het oude spel van ‘doing it or having it done to you’ soms wat afwijkend.