Volgens mij heb ik nooit een opleiding echt helemaal afgerond, maar van de introductieweken heb ik altijd wel een waar feest weten te maken. Zo ben ik ergens in 1976 naar een avond van Dolle Mina gegaan, de toen vooraanstaande feministische beweging.

Ik kreeg daar prachtige verhalen te horen over de emancipatie van de mens en uiteraard hoorde ik als snotneus alleen de dingen die ik wilde horen, zoals dat mannen best wel eens mochten huilen en dat het zorgen voor kinderen niet alleen aan vrouwen voorbehouden was. Ik ben altijd stapel geweest op kinderen en de momenten met mijn eigen vader waren zeldzaam maar heilig.

De introductieavond was gratis te bezoeken, maar aan het eind stond een imposante, sigaar rokende, vrouw van haar stoel op en vroeg de samengestroomde eerstejaars studenten of er misschien ook belangstelling was voor een lidmaatschap van Dolle Mina.

Ik stak meteen mijn vinger in de lucht. De emancipatie van de mens, dat leek me wel wat. In eerste instantie werd er niet op mijn vinger gereageerd. Onzeker keek ik om me heen en tot mijn verbazing zag ik dat ik vrijwel de enige was die zijn vinger had opgestoken. Ik keek niet op een kwartje lidmaatschapsgeld meer of minder wanneer het een goede zaak betrof, maar de meeste andere aanwezigen kennelijk wel.

Vriendelijk, maar met moeizaam verhulde ergernis, legde de vrouw die eerder de vraag gesteld had me uit dat mannen geen lidmaatschap konden krijgen.

Licht geërgerd verliet ik het pand aan de Oude Gracht in Utrecht. Was ik dan soms geen mens of zo?

De lichte irritatie sloeg om naar een zekere ergernis toen ik een week later een grote groep feministes aan het raam van mijn studentenkamertje voorbij zag trekken die gewapend met spandoeken steeds dezelfde tekst scandeerden: ‘Alle mannen in een kamp en dan castreren!’

Het klinkt ongeloofwaardig nu, maar toen was het niet zo’n uitzonderlijke gebeurtenis. Ook ben ik mij bewust van het feit dat deze site door mannen bezocht wordt, die deze slogan wel opwindend vinden, maar voor mij als ontluikende Dominant was het een bijzonder verwarrende en nare ervaring.

Deze herinnering kwam weer omhoog toen ik hier een stuk las van Joris over gelijkheid binnen een BDSM-relatie. Hij gaf als voorbeeld zijn relatie met een commerciële Domina en dat is toch net iets anders dan een huis, tuin en keuken BDSM-relatie, maar ik herkende er veel in.

Ik roep namelijk al jaren naar mijn vanilla-kennissen dat er niets gelijkwaardiger is dan een BDSM-relatie. Ongelijkheid wordt namelijk vooral veroorzaakt door het feit dat er zaken van je verwacht worden waar je niet voor hebt gekozen.

Van vrouwen van mijn generatie werd niet alleen verwacht dat ze een deugdelijke opleiding volgden en een goede baan vonden, maar vooral ook dat ze naast die baan ook nog eens twee kinderen baarden en opvoedden, het vuilnis buitenzetten, dagelijks het eten op tijd op tafel kregen en hun echtgenoot ondersteunden bij zijn carrière.

Als je die lijst van verantwoordelijkheden zo opnoemt dan krijg je al snel het idee dat de gemiddelde Westerse vrouw au fond beter af was bij de Taliban. Vooral als de mannelijke echtgenoot ook nog eens veel meer verdiende en zijn ‘papadagen’ geheel besteedde aan zijn hobby’s of buitenechtelijke relaties in plaats van de zorg van de kinderen op zich te nemen.

Ik zeg niet dat het nu nog overal zo gaat, maar in de jaren tachtig was dit toch wel de gebruikelijke gang van zaken.

Het is niet voor niets dat parallel aan deze ontwikkelingen het woord kostwinner langzaam evolueerde naar het woord kostwinnaar. Wie het meeste verdiende deelde immers de lakens uit, zonder ze meteen te hoeven strijken, vouwen en geordend in de kast te leggen.

In een BDSM-relatie heb je mogelijkheden te kiezen. Vrijwel alles is gebaseerd op afspraken. Alles gebeurt in overleg.

Ik vraag veel van mijn onderdanige partner, maar niets waaraan zij niet zelf wil voldoen en ik bewonder haar daardoor zo dat ik haar zeker niet ga opzadelen met verantwoordelijkheden waar ik zelf gemakshalve liever vanaf wil.

Alles wat je immers doet hoort het spel te dienen, niet het spel te verzuren.

 
Hans van der Kamp (1955) is fotograaf maar schreef daarnaast ook de roman Nette mensen in een nieuwe tijd voor Uitgeverij L.J. Veen. Daarnaast werden zijn korte verhalen gepubliceerd in een reeks bloemlezingen. Hij was werkzaam als (hoofd)redacteur voor verschillende tijdschriften en publiceerde in Propria Cures, De Held, Nieuwe Revu, Vrij Nederland en talloze andere tijdschriften. Als sadist en Dominant is van der Kamp al decennia uit de kast, al is zijn visie op het oude spel van ‘doing it or having it done to you’ soms wat afwijkend.