Vermoeiende slaven (m/v)
Af en toe wil ik even een paar weken niet meer aan BDSM herinnerd worden. Ik koester grote bewondering voor mensen die spreken over hun BDSM-leefstijl, maar zelf kan ik me daar niet alles bij voorstellen. Ik zie me bijvoorbeeld nog niet zo makkelijk in leren pak met een bull whip aan de riem naar een zakelijke afspraak gaan.
Helemaal claustrofobisch word ik als ik de afkorting 24/7 hoor. Hoe masochistisch moet je toch zijn als Dominant om elke dag weer van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat een onderdanige (m/v) te entertainen? Als je er niet voor betaald wordt, bedoel ik.
Dat doet me denken aan de eerste slaaf die ik ooit had. Ja, ik ben met mannen begonnen, dat vond ik indertijd makkelijker. Ik was jong en ik had allerlei idealistische ideeën over vrouwen, dus daar waagde ik me als het om Het Spel ging niet zo makkelijk aan.
Het biedt in tegenstelling tot wat men zoal denkt weinig echte voordelen om biseksueel te zijn, maar als Dominant in de BDSM heb je wel aanzienlijk meer keus.
Terug naar die eerste slaaf.
Rinkedekinkel. Ik werd wakker van het geluid van brekend porselein en even later stond mijn slaaf in de deuropening van de slaapkamer. ‘Ik ben stout geweest…’ Door het ene oog dat ik voor de gelegenheid geopend had zag ik hem staan. Zongebruind, goed getraind lijf, pruillipje en die vertrouwde nietszeggende blik in zijn fletse, blauwe ogen.
‘Sodemieter op! Ik slaap nog.’
‘Je begrijp me niet. Ik heb op-zet-te-lijk drie kopjes stukgegooid. Ik verdien straf!’
Ik sloot mijn ene oog weer, draaide me met een diepe zucht om in bed en wachtte geduldig op de klap van de voordeur. Ik kende het ritueel. Slaafje ziedend op weg naar huis waar hij zichzelf meteen met veel moeilijk doen en zonder hulp van derden in een bondage zou werken. Om dan vervolgens zo geil heen en weer te draaien in zijn bed dat het sleuteltje van zijn boeien van het nachtkastje afkletterde zodat hij – zoals eerder gebeurd was – 16 uur moest liggen roepen voordat de buren de politie belden om hem te bevrijden.
Stampvoetend stond hij dan voor mijn deur. ‘Het is allemaal jouw schuld! Jij geeft me niet wat ik hebben wil. Heb je wel enig idee hoe vernederend het is als de hele buurt om de hoek staat te kijken als de politie je je moet komen bevrijden uit je eigen bondage?’
Ja, daar had ik beeld bij. Heel volijk beeld zelfs.
‘Ik heb nog drie kopjes van je tegoed, muts,’ zei ik terwijl ik met een grijns een veel te schurend henneptouw over de balken in mijn woning wierp. ‘Ga daar maar staan. Kinnetje omlaag, beentjes bij elkaar en armpjes omhoog.’
Een prima humeurtje had ik dan. Af en toe moest hij gewoon even een paar dagen oprotten. Dan was alles weer goed.
Hans van der Kamp (1955) is fotograaf maar schreef daarnaast ook de roman Nette mensen in een nieuwe tijd voor Uitgeverij L.J. Veen. Daarnaast werden zijn korte verhalen gepubliceerd in een reeks bloemlezingen. Hij was werkzaam als (hoofd)redacteur voor verschillende tijdschriften en publiceerde in Propria Cures, De Held, Nieuwe Revu, Vrij Nederland en talloze andere tijdschriften. Als sadist en Dominant is van der Kamp al decennia uit de kast, al is zijn visie op het oude spel van ‘doing it or having it done to you’ soms wat afwijkend.