Veel mensen in mijn vriendenlijstje hebben een door mij gemaakte foto als hun profielfoto gekozen. Ik hou nu eenmaal van mensen en ik probeer hen zo voordelig mogelijk weer te geven. Dit tegen de verdrukking in van digitale camera’s die genadeloos de kleinste voor het menselijk oog amper zichtbare imperfectie weergeven. Lukt me dat, dan denk ik vaak; ik ben eigenlijk een sufferd ook, want ik zou goud geld kunnen verdienen bij een mortuarium met het toonbaar maken van verkeersslachtoffers.

Foute humor, ik weet het, maar het editen van foto’s kan soms een zware taak blijken. Dat ligt niet aan de mensen die ik fotografeer, maar aan het aantal megapixels van de gemiddelde professionele camera.

Afgelopen zaterdag had ik voor de verandering weer eens een flesje drank op en ik zag in de feed van Facebook de ene na de andere foto die ik gemaakt had achter een regenboog Luxaflex verdwijnen.

Nu ben ik als BDSM’er altijd een beetje jaloers op de acceptatie in de maatschappij van LBGTQ-mensen en bovendien hou ik er al helemaal niet van dat er maar wat met mijn foto’s aangerommeld wordt.

Dus plaatste ik in een opwelling de tekst: ‘Ik kom hier pas weer terug als jullie klaar zijn mijn foto’s te verneuken met regenboogvlaggetjes.’

Riskante tekst, want je wordt zomaar gezien als iemand die tegen gelijke rechten in algemene zin is. Zelfs als je een gediplomeerd biseksueel als ik bent, kun je je daar maar beter niet aan bezondigen.

Ik heb ooit eens gesteld (op basis van eigen negatieve ervaringen) dat ik een fel tegenstander was van het heterohuwelijk en dat werd meteen door bevriende homo’s en gender benders opgepakt als een gerichte aanval op het homohuwelijk. Dusdanig zo dat ik bij het passeren van het homo-café op de hoek uitgejoeld werd door een klein groepje mensen dat ik – voor een deel ook in vleselijke zin – goed had leren kennen.

Natuurlijk valt er met LBGTQ-mensen altijd prima te praten. Soms denk ik dat ze meer voldoen aan het beeld van voorbeeldburgers dan de gemiddelde ambtenaar die zijn leven duttend achter een bureau verslijt.

Dus ik ging een gesprek aan met de man achter het aids-magazine ‘Hello, Gorgeous!’ Het kostte weinig moeite om hem uit te leggen wat ik bedoelde. Een geanimeerd gesprek dat plotskaps toch een nare wending kreeg toen hij blijmoedig opperde: ‘Maar de meeste BDSM’ers zijn toch slachtoffer van incest of seksueel misbruik? Je gaat me toch niet vertellen dat het over het algemeen geestelijk gezonde mensen zijn die zich met BDSM bezighouden?’

Daar was ik even stil van. Waar kwam zijn wijsheid vandaan? Niet uit recent wetenschappelijk onderzoek.

Mijn conclusie was helder. Niet gediscrimeerd willen worden, betekent vooral dat je zelf moet stoppen met het discrimeren van anderen.

 
Hans van der Kamp (1955) is fotograaf maar schreef daarnaast ook de roman Nette mensen in een nieuwe tijd voor Uitgeverij L.J. Veen. Daarnaast werden zijn korte verhalen gepubliceerd in een reeks bloemlezingen. Hij was werkzaam als (hoofd)redacteur voor verschillende tijdschriften en publiceerde in Propria Cures, De Held, Nieuwe Revu, Vrij Nederland en talloze andere tijdschriften. Als sadist en Dominant is van der Kamp al decennia uit de kast, al is zijn visie op het oude spel van ‘doing it or having it done to you’ soms wat afwijkend.