“Je moet niet de macht willen nemen, je moet de controle houden.”

Controle.
Controle?
Wat is dat, controle?
Is het iets wat tastbaar kan worden, of is het iets wat je steeds kunt verliezen?
Of is het iets dat er nooit echt is?
Als controle tastbaar is, waar bevindt het zich dan?
Waarom bijten we ons vast op controle?
En wat is die drang om het steeds weer te verliezen?
Voor eventjes althans, want waar zouden we zijn zonder controle?

Hij weet het allemaal wel.
Voor ik echt met hem aan de gang ga, heeft hij veel woorden.
Het pleziert hem zichtbaar dat hij het allemaal zo goed weet.
Maar hij weet nog niet wat er staat te gebeuren.
Hij wil het wel weten. Sterker nog; hij oppert continu manieren om de controle te verliezen. Iets waar ik altijd om moet lachen.
Laat maar even lullen, denk ik dan.
Speel het spelletje maar eventjes mee.

Ik zie hem liggen.
Ik loop naar hem toe en buig me over hem heen.
Zachtjes hoor ik zijn stem: “Ik verlies de controle…”
Zijn stem ebt weg.
Ik glimlach.
Ik geloof er niets van.
Dit was precies wat hij wilde, en ik gaf het.
Het spelletje heb ik steeds door laten gaan.
Laat maar lullen, joh.

Hij verliest controle, door de controle te bepalen, vast te stellen.
En dan zegt hij dat hij de controle verliest?
Nee, hoor.
Dat vind ik raar.

Dat is geen verlies van controle.

Ik ga naast hem zitten en besluit dat ik ga zorgen dat hij de controle verliest.
Zoals ík dat wil. Niet zoals hij dat wilt.
Want ik bepaal de controle. Ik stel vast.
Ik geef.
En ik neem.
Maar nu nog even niet.
Laat hem maar even in die waan.

De kamer is zacht rood.
Door alle kaarsen heerst er een bepaalde sfeer.
Zachte muziek speelt.
Ik schenk wat te drinken in.
Ik besluit dit moment helemaal tot me te nemen.
Dit valse moment, waar hij alle aandacht op eist.
Waar het gaat om hem. Waar ik slechts een uitvoerende ben van zijn fantasie, nu even écht geworden. Ik spreek niet. Ik neem enkel een slok van mijn glas.
En ik bewaar nog even de vrede.

De muziek speelt door. Zachtjes neurie ik mee.
Hij heeft het niet eens in de gaten.
Hij beweegt zijn hoofd wat op en neer.
Dan kom ik weer dichterbij.
Terwijl ik nog steeds met de muziek mee neurie, duw ik met mijn voet tegen zijn hoofd.
Hij schrikt.
“Niet bewegen.”
Hij stopt.
Hij beweegt niet meer.
Hij is bijna klaar, om écht de controle te verliezen.

En nu gaan we echt spelen.