Lange Tenen
Ik zou me bijna geïntimideerd voelen door de reacties op mijn vorige stuk ‘Eerlijk’ hier op de website.
Wees gerust, ik laat me niet zo snel intimideren door mensen die lichtgeraakt zijn. Het is aan de andere kant ook niet zo dat ik mij geamuseerd heb bij het lezen van de commentaren van mensen die iets beter hadden kunnen lezen en even diep hadden moeten ademhalen voordat ze reageerden.
Eerder heb ik de reacties als een reis door de tijd ervaren, want ooit schreef ik een sleutelroman die veel nare reacties opleverde. Ik geloof dat ik door acht verschillende partijen voor de rechter ben gesleept.
Alle eisers dachten zich in de roman herkend te hebben. Deels terecht, want misschien had ik hun identiteit wel goed genoeg afgeschermd, maar niet hun daden en aan de daden herkent men uiteindelijk de mens.
Een dagvaardiging van een Amsterdamse advocaat à titre personnel wegens ‘smaad en laster’ kon ik echter in eerste instantie niet helemaal plaatsen.
Ik had in de roman weliswaar een in Amsterdam zeer gerespecteerde advocaat opgevoerd die een seksverslaving had van 40.000 gulden in de maand en daardoor op z’n zachtst gezegd wat chantabel in het leven stond, temeer daar hij niet alleen voor mij werkte maar ook voor een van de toenmalige directeuren van Philips, maar van die bewuste advocaat was nu juist geen dagvaarding gekomen.
Ik hield van die man en we brachten regelmatig onze vrije avonden gezamenlijk door. In de sleutelroman was hij dan ook vaak in beeld. Een bezoekje aan het bordeel, een avondje Doma in Den Haag, kortom allemaal gezellige evenementen die in het bedrijfsleven van toen redelijk gangbaar waren.
Deze in mediazaken gespecialiseerde advocaat was echter wijs genoeg om te weten dat niemand hem wat kon maken. Hij werd immers niet bij naam genoemd in de roman en de gelegenheden die we samen hadden bezocht hechten nu eenmaal van oudsher zeer aan de privacy van hun klanten.
Wie was dan die andere advocaat die zich in de roman dacht te herkennen? Zijn naam kende ik wel, maar het was een onbeduidende man die weliswaar in een Maserati rondreed, maar op het rechtsprekend deel van Nederland had hij nog geen enkele indruk gemaakt. Hij deed lastige belastingzaken voor onze uitgeverij en ik had hem uitsluitend aan de vergadertafel gesproken.
Het duurde dan ook even voordat ik me bedacht dat hij zichzelf abusievelijk herkend had in de verhalen over die andere, succesvollere advocaat. Waarschijnlijk had hij dus ook een seksverslaving die in de tienduizenden guldens liep en bracht hij ook regelmatig een bezoek aan de Doma en de nodige bordelen.
Ik zag de humor daar wel van in en ik verheugde me eigenlijk al een beetje op de rechtszaak waarbij ik die persoonsverwisseling kon aantonen.
Voordat het kort geding echter plaatsvond kwam hij mij in het café nog even hoogstpersoonlijk bedreigen met de dood en dan kun je in Amsterdam nog zo’n mooie Maserati op de stoep gezet hebben, maar dan word je toch als ieder ander gewoon buitengezet door het barpersoneel.
De rechtszaak is er nooit gekomen. Hij overleed een week voor de zitting op mysterieuze wijze. Waar hij aan overleden was, dat kon niemand vertellen, maar ik neem aan dat hij nog wel eens vaker iemand had bedreigd met de dood. Iemand die dat wat minder ruiterlijk had opgevat.
Moraal van dit verhaal: Wie de schoen past, trekke hem aan. Ik heb in het vorige stuk de mening uitgesproken dat het geen goede zaak is dat commerciële Meesteressen in de media namens alle BDSM’ers spreken en ook in de commentaren heb ik aangegeven dat dit meer de schuld is van de media dan van de Meesteressen zelf. Ik snap heel goed dat zij hun winkeltje graag op die manier adverteren en tegelijkertijd denken daarmee alle BDSM’ers een plezier te doen. Waar echter iedereen ziedend over werd was dat ik commerciële BDSM als prostitutie zag en dat ik op generaliserende wijze gesteld heb dat bij een Meesteres tegenwoordig alles mogelijk is waar een reguliere prostituee voor zou terugdeinzen.
Dat wat oudere en ervaren Meesteressen hun werk als ‘spel’ zien en niet als seksuele dienstverlening, snap ik ook. Maar dat was misschien 20 jaar geleden de norm. We leven nu in 2016 en die gedachte is mijns inziens eerder uitzondering dan regel geworden.