Onmoeting met mijn Meester (deel 1)

Mijn Meester en ik hebben een lange afstands relatie. Het is alsof de duvel ermee speelt, want ik was degene die zoiets altijd afzwoer. Wanneer iemand al 20 km te ver weg woonde, blockte ik hem steevast op mijn computer om maar niet het risico te kunnen lopen verliefd te worden op iemand die qua afstand onbereikbaar werd.
Het was dan ook niet de bedoeling dat de gesprekken met Meester Silbi ergens op uit zouden lopen. Ergens ben ik hem vergeten te blocken in de drukte van de mensen die ik ontmoette op het internet. We spraken eerst niet zoveel, maar langzaam steeds meer. Het klikte. De gesprekken waren leuk en interessant. Het ging dan ook niet altijd over seks. Sommige mannen beginnen elk gesprek al gelijk weer met ‘he slet’ , maar als mijn hoofd er even niet naar staat, of er zitten kinderen naast mij, dan block ik zo iemand gelijk. Het lijkt alsof die mannen vergeten, dat je ook nog gewoon mens bent. Dat je niet de hele dag in hoge hakken en korte rokjes zonder slipje loopt, te wachten op een man die voorbij komt om te dienen. Nou dat is dus niet zo. Mijn leven gaat gewoon door. Ik ben huisvrouw, moeder, werk daarnaast ook nog in de financiële sector en heb een legio aan interesses die totaal niets met mijn onderdanige karakter te maken hebben. Al die dingen tezamen maken mij tot wie ik ben. Niet 1 dingetje doet dat, maar alles bij elkaar. Een man die dus interesse heeft in al die dingen, is een man die mijn interesse heeft gewekt en dat deed Meester Silbi.
Langzaam maar zeker kwamen we steeds dichter bij elkaar, mentaal dan, want fysiek is de afstand enorm. Voorlopig zal ik hem niet in levende lijve ontmoeten, alleen via internet, mobiele telefoon, noem maar op. En dat doen we dan ook heel veel. Heel erg veel. Zo veel dat ik kan zeggen dat hij er meer voor me is, dan mijn ex-Meester die vijf jaar lang mijn Meester was, op een kwartier rijden afstand woonde en elke week langskwam. Verder was hij zo onbereikbaar als de pest, had hij nooit interesse in mij en nam hij nooit de moeite om mij echt te leren kennen. Zijn verlies, wat mij betreft en wat Meester Silbi betreft ook.
De aanrakingen zijn er niet, maar mentaal is hij zo overvloedig aanwezig dat ik hem niet zo erg mis als dat ik al die jaren mijn ex-Meester heb moeten missen. Soms is hij zelfs tot vervelens toe aanwezig. Ook daarover zal ik in de toekomst wel wat leuke anekdotes met jullie willen delen. We bleken trouwens ook nog oude bekende te zijn. Vroeger hadden we elkaar ooit al een keer ontmoet. Het bleek dat hij mij daarna nog vaker tegenkwam in het leven als ik hem en zo wist hij heel veel over mij. Heel erg veel. Af en toe was het griezelig, maar tegelijkertijd vertrouwde ik hem ook.
Daarover in de toekomst meer, maar eerst wil ik beginnen met een fantasie. Hoe ik denk dat onze eerste ontmoeting eruit kan zien.
Hij haalt me op van het vliegveld. Dat was de afspraak. Na jaren wachten en alleen maar virtueel contact zien we elkaar vandaag voor het eerst in het echt.
Mijn lange blonde haren, krijgen nog een laatste borstelbeurt. Mijn zwarte strakke jurkje trek ik recht. Ik wilde er sexy uitzien, maar niet ordinair, dus koos ik voor dit strakke, zwarte jurkje van een mooie, stevige, goede kwaliteit stof. Mijn borsten springen erin uit, maar het heeft geen decolleté.
Ik vraag me af of mijn kousen niet zichtbaar zullen zijn. Een beetje ongemakkelijk pak ik mijn koffer uit het handbagagerek.
Ik voel de blikken van enkele mannen in mijn rug en billen en benen priemen. Het is alsof ik de aanraking van hun blikken kan voelen. Als begerige, hebberige, prikkelende stroomstootjes, die mij overal raken. Het maakt me onzeker en ik durf niet op of om te kijken.
Schichtig kijk ik om me heen, of er al plaats is op het gangpad. Een man laat me voorgaan. Ik knik beleefd als dank.
Mijn hart gaat sneller kloppen. Het zweet breekt me uit. Er gaat van alles door me heen. Is hij er wel? Hij is er toch wel? Hij laat me toch niet voor niets hier naartoe komen?
Nog geen seconde had ik eraan getwijfeld en nu, nu breekt het paniek me uit. Het huilen staat me nader dan het lachen. We hebben al zoveel meegemaakt samen, maar ik heb nog nooit in zijn armen kunnen schuilen. Hem nog nooit echt kunnen voelen.
Dan voel ik hoe ik beef.
“gaat het mevrouw?” zegt een stewardess bij de uitgang van het vliegtuig. Ik was zo in gedachte verzeild, dat ik vreselijk schrik.
“ja, ja” zeg ik met een afwezige blik. Ik zie dat ze bedenkelijk kijkt.
“ik ontmoet iemand, die belangrijk voor me is” leg ik uit om haar gerust te stellen. Goh wat zal ze gedacht hebben? Dat ik een bom in mijn koffertje heb? die elk moment kan ontploffen? Mijn nerveuze gedrag trekt natuurlijk aandacht.
“tik tak, tik tak” gaan mijn hakken op de harde vloer. Nu heb ik helemaal het gevoel dat ik in de gaten gehouden word. Mijn koffer gaat door de controle en ik word ook gefouilleerd. Natuurlijk wordt er niets gevonden, maar de argusogen van de douane maken dat ik me nog ongemakkelijker voel.
Ze zijn getraind op het doorgronden van het gedrag van mensen en ik gedraag me natuurlijk opvallend. Mijn zenuwen heb ik nooit goed de baas gekund. Dat is een familietrekje. Mijn vader was ook een nerveuze man. Meestal gaat het goed, maar nu, nu is er geen houden aan. Het is alsof ik in een soort trance ben, een trance van spanning. Alles komt langzamer bij me binnen. Geluiden in de verte vertragen en geluiden dichterbij lijken intens hard. Alles loopt door elkaar heen.
“mevrouw” hoor ik achter me. Weer schrik ik. Weer wordt gevraagd of alles in orde is. Of ik even mee kan komen voor een extra controle. De tranen schieten uit mijn ogen over mijn wangen. Dit is de druppel. Dat kon ik er echt niet bij gebruiken.
“oh nee” zeg ik “Mijn vriend wacht op me”
“Die wacht nog wel even” zegt de douanemedewerker “ik wil u alleen een paar vragen stellen.”
Gedwee loop ik met de twee heren mee naar een kantoortje. Daar spreken ze me aan op mijn gedrag. Ik leg het uit, dat ik gewoon stik nerveus ben, omdat ik eindelijk bij mijn vriend kan zijn.
Ik leg in het kort onze relatie uit en de heren zijn dan zo onder de indruk dat ze me helpen om de uitgang te vinden.
Ze konden verder ook niets verdachts vinden en ze geloofden mijn verhaal, gelukkig, want in het slechtste geval hadden ze me langer vast kunnen houden om te zien of ik geen bolletjes drugs geslikt had.
Ik besef hoeveel geluk ik heb en de douanemedewerker helpt me met de koffer van de band te halen en samen met zijn collega begeleiden ze me naar de uitgang.
Ze wilden die man wel eens zien, zeiden ze, waar deze dame zo van onder de indruk is, dat ze zo stiknerveus, half verdwaasd rondliep in de aankomsthal.
Verder gekomen in de aankomsthal zie ik een man staan met een bordje bij zijn voeten. ‘rachab’ staat er op te lezen. Het bordje staat bij zijn voeten! Anderen hebben het in hun handen of om hun nek, maar hij staat er stoïcijns en kalm bij met het bordje aan zijn voeten.
Ik voel hoe het klamme zweet me uitbreekt. De heren van de douane wensen me succes en zeggen dat ik het van hier wel zelf kan.
Dat vraag ik me af trouwens, want het is alsof ik de grond onder mijn voeten niet meer voel. Mijn benen zijn week.
wordt vervolgd…